Welkom Mail Route Links

Columns

Oktober 2008: Wonderen
September 2008: Verkeren
Juli-augustus 2008: Autoriteit
Juni 2008: Geduld
Mei 2008: Einstein
April 2008: Eén minuut
Maart 2008: Liefde
Februari 2008: Opruiming
Januari 2008: Lijntjes
December 2007: Na dato
November 2007: Gezichten
Oktober 2007: Het weerzien
September 2007: Voor wie?
Augustus 2007: In memoriam J.
Juli 2007: Trots
Juni 2007: Beslissen
Mei 2007: Jongen
April 2007: God en Brood
Maart 2007: Kleur
Februari 2007: Dirigenten
Januari 2007: Vrouw over auto
December 2006: Kiezen
November 2006: Stof
Oktober 2006: Zoeken
September 2006: Vroeger en internet
Augustus 2006: Campinglessen
Juli 2006: Levensbestemming
Juni 2006: Loslaten
Mei 2006: Eerlijk
April 2006: Leuk op straat
Maart 2006: Blikken
Februari 2006: Nieuwsgierig
Januari 2006: Spijt
December 2005: Liefs
November 2005: Ach en wee
Oktober 2005: Euforie
September 2005: De vraag waarom
Augustus 2005: Afscheid
Juli 2005: Verlichting
Juni 2005: Alleen
Mei 2005: Blussen
April 2005: Kwetsbaar
Maart 2005: Naar buiten




Liefs (december 2005)

Er is een tijd geweest waarin ik zelden brieven of kaarten besloot met de melding 'liefs' of 'lieve groet'. Dat deed ik alleen maar in uitzonderlijke gevallen, net zoals zoenen uitdelen bij een afscheid. Ik zou daar gek zijn. Ooit heb ik er zelfs een (feministisch) punt van gemaakt. Ik wilde niet meer gezoend worden door de heren in mijn familie, want zij zoenden elkaar ook niet. Waarom mij dan wel? Alsof ik gezoend worden als een vernedering ervoer in plaats van als een voorrecht. Op een cursus zelfverdediging leerde ik hoe je ongewenste zoenen kon voorkomen: gewoon je poot (arm) stijf houden tijdens het handen schudden, dan kon de andere partij jouw wang niet naderen.
 
Tegenwoordig ben ik scheutiger met het uiten van liefdeblijken. Ik weet nog goed wanneer dat zachtjes aan veranderde. Dat gebeurde toen ik begin jaren negentig de wetenschappelijke kringen verliet en in spiritueler sferen belandde. Daar kwam ik een andere soort vrouwen tegen. Ze waren feminiener, wat onder andere tot uiting kwam in zwierige en kleurrijke kleding. Ze hadden vaak lippenstift op, waarmee de aandacht, al voordat ze tot zoenen overgingen, vanzelf naar haar vrolijke, zachte lippen ging.
 
Op de universiteit zag je dat veel minder. Waren lippen daar om mee te articuleren, werktuigen van de geest in plaats van een verlengstuk van onze zintuigen? En om het plaatje te completeren droegen de vrouwen heur haar veelal langer. Sommigen hadden hierdoor iets meisjesachtigs, anderen waren speels en moederlijk ineen.
 
In het begin vond ik dat warme en fysieke maar eng, klef zelfs. Ze raakten elkaar en later ook mij vaak aan, zoenden zo maar drie keer bij aankomst en nog eens drie keer bij vertrek, en dan niet in de lucht maar werkelijk stevig en toch zacht op de wangen. Soms mondde een zoen uit in een knuffel. Ook bezigden ze eerder het woord 'lief', een woord dat ik me uit mijn universitaire periode niet kan herinneren. Dit alles waarnemen alleen al was voor mij een omschakeling. Kon ik deze warmhartige gebaren wel vertrouwen, waren de intenties van die vrouwen wel zuiver? Want alleen dan, ja dan alleen wilde ik ze ontvangen.
 
Maar waar men mee omgaat daar wordt men door besmet. Allengs merkte ik dat het fijn was om te ontvangen, dat het niet nodig was daar zo pietluttig in te zijn. Toen ik eenmaal genoot van het ontvangen, wilde ik ook meer gaan uitdelen, want zo kan dat werken. Je gunt een ander wat je zelf plezierig vindt. Dus ook ik ging meer aanraken, knuffelen en zoenen, liet liefde in allerlei gradaties vaker vloeien.
 
Maar tot op de dag van vandaag houd ik er rekening mee dat de ander tegenover mij kan zijn zoals ik zelf was, namelijk niet daarvan gediend. Dat wil ik respecteren, maar -eerlijk is eerlijk- ook wil ik die afwijzing die dan van die ander uitgaat niet graag tegenkomen. Dus tast ik bij elke ontmoeting in een nanoseconde af wat in ons geval de beste begroeting, het aangenaamste afscheid is. En dan kom je tot de ontdekking dat je de ene keer iemand wel zoent, en de andere keer niet, dat je nu eens 'hugt', en het dan weer bij een armzwaai houdt. 't Lijkt vermoeiend, maar dat is het alleen als je niet op je gevoel vertrouwt en erover gaat piekeren. Dan betreft het geheid ook geen nanoseconde meer. Dat piekeren vangt aan, als je van jezelf niet mis mag kleunen (omgaan met intuďtie in een notendop). En brieven en kaarten besluiten? Privé-mailtjes, want we gaan met onze tijd mee, beëindig ik tegenwoordig graag met 'liefs' of 'lieve groet', en reken maar van yes dat ik dat overeenkomstig mijn intenties doe. Er is immers liefde in overvloed.