Als je, zoals in mijn vak gebeurt, regelmatig de levens van mensen in ogenschouw neemt, merk je hoeveel het voor het welbevinden uitmaakt met welke blik iemand naar zichzelf kijkt. Tijd om eens, tot lering ende vermaak, op een rijtje te zetten hoe dat bij mij zit. Ik weet dat ik van huis uit geneigd ben mezelf streng onder de loep te nemen, vooral op momenten dat het leven even minder soepel loopt. Gevolg is dat ik van de regen in de drup beland. Als je je onprettig voelt, en je schuift dat ook nog eens op veroordelende wijze op het conto van jezelf, dan haal je de bodem onder je eigen voeten vandaan. Zodra ik me daarvan bewust ben, en dat gaat tegenwoordig heel snel want daar is ooit hard aan gewerkt, zoek ik de milde kijk op mezelf op waardoor ik me gesteund weet en mijn weg juist makkelijker vervolg.
Heel opmerkelijk zijn die dagen waarop ik regelmatig van perspectief wissel, iets wat Watermannen makkelijk schijnen te kunnen. Dat zouden wel eens de dagen kunnen zijn waarop ik verklaar dat ik me wat ‘wiebelig’ voel. Ach, denk ik het ene moment, wat maakt het eigenlijk uit wat mijn bestemming hier op aarde is, hoe ik mijn leven invulling geef. Zet alle levens eens op een rijtje en kijk er vanaf een grote wolk naar, hoe betrekkelijk is dan één afzonderlijk mensenleven, het mijne incluis. Of ik zie mijn huidige leven als slechts één van de vele levens die voor ‘mij’ weggelegd zijn… Zo te schouwen, helpt me om mijn bezigheden in een weidser perspectief te zetten.
Maar als ik die wolk waarop ik me bevind te ver van de aardkloot weg laat drijven, moet ik uitkijken. Dan relativeer ik te sterk, voel ik minder verbinding met de aarde en al wie daarop leeft. Even later al, want zo makkelijk verandert soms de wolk hoog in de lucht in laaghangende mist, kan ik enige naijver voelen als ik hoor wat die en die wel niet presteren. Omdat deze verkokerde blik, want op dat moment zie ik alleen maar mezelf en die net iets meer uitblinkende ander, mij niet gelukkig stemt, stijg ik verstandig maar gauw weer op om alles in een ruimer perspectief te zien: ik heb toch ook wel het nodige gepresteerd en het gaat natuurlijk helemaal niet om het presteren en als ik mezelf vergelijk met de miljoenen minderbedeelden moet ik mij toch sowieso gelukkig prijzen... Maar, denk ik dan, vergelijken is zelden goed, dus laat ik de blik eens op mezelf en mij alleen laten rusten.
Kan ik, ongeacht de rest van de wereld, blij zijn met wie ik ben en wat ik doe? Er zijn dagen waarop dat bijna als vanzelf gaat, waarop ik gewoon lekker bezig ben en slechts korte, tevreden blikjes op mezelf werp. Misschien zijn dat wel de fijnste dagen: gewoon doen wat er te doen valt. Gelukkig zijn er daar een heleboel van. Niet vergelijken dus, lijkt een remedie te zijn. Hoewel: er is één vergelijking waarvan ik onveranderlijk blij word en waarvan ik tijdens readingen zie dat dat perspectief veel meer mensen inspireert. Dat is wanneer ik de Mieke die ik nu ben, zet naast degene die ik vroeger was. Om te weten waarom ik daar telkens weer zo blij van word, daarvoor leze men mijn boek. Ik neem me in elk geval bij deze voor om elke ochtend dankbaar met die blik te beginnen, zodat ik vol vertrouwen de dag in kan stappen om te omarmen wie en wat er vandaag weer op mijn pad komt.