Als kind al was ik een nieuwsgierig Aagje. Ik wilde bijvoorbeeld altijd graag horen wat er door volwassenen besproken werd en vond het stom als iemand erop zinspeelde dat ik nog te jong was om bepaalde zaken op te vangen. Het bekende ‘kleine potjes hebben grote oren’ was op mij zeker van toepassing. Gelukkig deden mijn ouders zelden geheimzinnig dus op jonge leeftijd wisten wij al van de hoed en de rand. Ook wilde ik altijd weten waar mijn moeder de Sinterklaascadeautjes verstopt had, en elk jaar kwam ik daar weer achter, soms na lang en volhardend speuren. Hierover was mijn moeder minder te spreken, al vond ze het ook bewonderenswaardig want ze was zeer vindingrijk in het zo goed mogelijk verstoppen van de zak in ons huis vol hoeken en gaten. Al met al kreeg ik met enige regelmaat te horen dat ik zo nieuwsgierig was, en dat vatte ik niet direct als een compliment op.
De laatste jaren moet ik daar nog wel eens aan terugdenken. Wat ik toen als niet zo’n beste eigenschap beschouwde, want mijn moeder had helemaal gelijk, is me in het leven inmiddels al zo vaak van pas gekomen dat ik er nu dankbaar voor ben. Telkens als zich een nieuwe situatie voordoet, vooral als die op het eerste gezicht niet gunstig lijkt, bespeur ik tot mijn innige blijdschap altijd weer enkele krachtige sprankjes nieuwsgierigheid die ook de moeilijke momenten boeiend maken. Hoe zou het zijn om een tijd zonder partner te leven? Wat zou het met me doen om de kerstdagen onverwacht helemaal alleen door te brengen? En een vrouw te zijn die langzaam maar onverbiddelijk richting de vijftig gaat, hoe is dat? Ook nachtmerries heet ik welkom. Door hun intensiteit word ik des te nieuwsgieriger naar hun betekenis. En ja, omdat ik iemand ben die tot het gaatje gaat, stel ik me soms zelfs zo levendig mogelijk voor hoe het voelt om dood te gaan, al loop ik daarmee hopelijk een fiks eind op de zaken vooruit. Maar wat zal ook dat spannend worden, ooit.
Een mens heeft niet alleen baat bij nieuwsgierigheid in lastige tijden. Die kan ook leiden tot een aantal ervaringen die je leven een positieve wending geven. Zo wilde ik ondanks mijn aversie tegen vaag holistisch gedoe toch graag een keer een aurareading ontvangen, en dat heeft mijn leven op een fijne manier op zijn kop gezet. En toen ik in spiritueel opzicht tevreden was, wou ik toch wel ontdekken wat mediteren met me zou doen. Het bleek zodanig bij me te passen dat er nu bijna geen dag voorbij gaat waarop ik niet mediteer. Een vriend van mij vertelde eens dat hij van zijn decennialange rookverslaving was afgekomen omdat hij zo benieuwd was hoe hij het zou vinden om niet meer roken, wat dat in hem teweeg zou brengen. Kennelijk kun je je nieuwsgierigheid ook aanwenden om een slechte gewoonte om te buigen. Dat is toch prachtig? Hij vertelde er overigens niet bij of hij, net als ik, ooit uit diezelfde nieuwsgierigheid was begonnen met roken. Die kant zit er natuurlijk ook aan, vooral voor de meer onbezonnen types: alles uitproberen wat er op de wereld te koop is, inclusief dat wat uiteindelijk niet zo goed voor je blijkt te zijn. En dan heb ik het nog niet eens over ongevraagd je neus in andermens’ zaken steken.
Desalniettemin: mocht iemand mij in de toekomst nog eens verwijten dat ik zo nieuwsgierig ben, dan zal ik dat volmondig beamen en eraan toevoegen dat die aangeboren eigenschap met levenslust, met willen ontdekken te maken heeft. Kijk maar naar kinderen, zonder hun nieuwsgierigheid zouden ze zich nauwelijks ontwikkelen. Zelf komt het me dus ook in mijn volwassen leven nog steeds van pas. Alleen bij de Sinterklaascadeautjes heb ik er niks meer aan, die verstop ik tegenwoordig zelf.