Als ik aan tafel meld dat ik het in mijn column ga hebben over de liefde, valt enig hoongelach van mijn zonen mij ten deel. ‘Tjonge, origineel, je bent vast de eerste die over dat onderwerp schrijft’ en woorden van die strekking. Ik trek me er niet veel van aan, en zeg dat als ze meer willen weten over de liefde, later, ze dan welkom zijn bij mij. En daar laat ik het bij, al hoop ik natuurlijk dat ze het onthouden. Want ik weet als geen ander, of misschien juist als heel veel mensen, hoe fijn het is om met je liefdesperikelen bij iemand terecht te kunnen.
Aanleiding dat ik het over de liefde wil hebben, is het contact dat ik heb gehad met een oude vlam. Jaren hadden we elkaar niet gesproken, wat eigenlijk niet bij me past, want ik heb mijn exen graag nog een beetje om me heen. Ik gedij het beste bij het harmoniemodel. Maar met hem was dat door allerlei omstandigheden niet zo gelopen, al hadden we goed afscheid genomen. Zoals dat gaat met omstandigheden, op een gegeven moment zijn ze er niet meer, en zijn er andere voor in de plaats gekomen. En toen kon het opeens wel. Ik moet zeggen, in verslaggevertermen: er is een hoop door me heen gegaan in die paar uur dat ik bij hem was. En dat was niet direct over toen ik de deur uitstapte. Verbijsterend vond ik het dat we destijds een heftig contact hadden, met aantrekken en afstoten en toch maar niet los kunnen laten, en dat we nu zo rustig onze levens voor elkaar ontvouwden zonder ogenschijnlijke emoties. Twee voorzichtige, verstandige mensen die onderhoudend met elkaar aan het babbelen waren. Waar waren ze gebleven, onze gehechtheid, onze ingewikkelde en onbegrijpelijke liefde? Het maakte me verdrietig, bepaalde me bij het grote raadsel dat liefde heet, waar niet voor niks zoveel over geschreven wordt. Stelt liefde eigenlijk wel iets voor, vroeg ik me getormenteerd af? Als deze na een aantal jaren zomaar compleet verdwenen lijkt te zijn? Hoe zit het dan met de mensen waar ik op dit moment van houd? Komt er een moment waarop er eenzelfde soort kloof tussen hen en mij zal ontstaan?
Ik heb ons nog wel aan de orde gesteld, aan het eind van het samen zijn. Over hoe ik me er de afgelopen jaren over gevoeld had. Dat het me moeite had gekost onze geschiedenis een plekje te geven. Want ik dacht: het zal me toch niet gebeuren dat het lijkt alsof ‘wij’ nooit hebben bestaan, kom op zeg. Maar daarmee kwamen wij, toen, toch niet meer werkelijk tot leven, al ben ik blij dat ik iets van mijn gevoelens heb laten zien.
Het bezoekje heeft me een paar dagen behoorlijk bezig gehouden. Ook omdat het leek alsof ik het allemaal niet verwerkt had, gezien mijn gevoelens. Hoe kon dat nou? Was ik niet degene die de slopende relatie wijselijk had beëindigd destijds en die daar tot op de dag van vandaag helemaal achter staat? Maar toen ik er eens even voor ging zitten, zomaar wat schrijven over mijn verdrietige verwarring, kwam er direct het inzicht dat het te maken had met de verbinding die ik nog steeds voel, met hem en met ons gezamenlijke verhaal. En dan is het niet raar dat ik het pijnlijk vind om zo’n afstand te ervaren, hoe verstandig misschien ook. Dit verbonden voelen is een vorm van liefde. Natuurlijk niet meer dezelfde liefde van toen, dat zou ook sneu zijn voor mijn huidige lief, maar toch liefde. Toen ik dat eenmaal in de gaten had, was de verwarring over en was ik eerder dankbaar dan verdrietig. Ik kan me nog steeds door hem laten raken, gelukkig maar. Want ik wil niet dat er een stukje van mijn hart bevroren is.