Welkom Mail Route Links

Columns

Oktober 2008: Wonderen
September 2008: Verkeren
Juli-augustus 2008: Autoriteit
Juni 2008: Geduld
Mei 2008: Einstein
April 2008: Eén minuut
Maart 2008: Liefde
Februari 2008: Opruiming
Januari 2008: Lijntjes
December 2007: Na dato
November 2007: Gezichten
Oktober 2007: Het weerzien
September 2007: Voor wie?
Augustus 2007: In memoriam J.
Juli 2007: Trots
Juni 2007: Beslissen
Mei 2007: Jongen
April 2007: God en Brood
Maart 2007: Kleur
Februari 2007: Dirigenten
Januari 2007: Vrouw over auto
December 2006: Kiezen
November 2006: Stof
Oktober 2006: Zoeken
September 2006: Vroeger en internet
Augustus 2006: Campinglessen
Juli 2006: Levensbestemming
Juni 2006: Loslaten
Mei 2006: Eerlijk
April 2006: Leuk op straat
Maart 2006: Blikken
Februari 2006: Nieuwsgierig
Januari 2006: Spijt
December 2005: Liefs
November 2005: Ach en wee
Oktober 2005: Euforie
September 2005: De vraag waarom
Augustus 2005: Afscheid
Juli 2005: Verlichting
Juni 2005: Alleen
Mei 2005: Blussen
April 2005: Kwetsbaar
Maart 2005: Naar buiten




Na dato (december 2007)

Twee jaar geleden is het nu, dat in één week tijd geheel onverwacht mijn vroegere hospita en mijn uitgever stierven. Even plotsklaps maakte in diezelfde maand mijn verloofde een einde aan onze relatie en verbrak een vriendin de vriendschap. Dat onze cavia toen overleed, noem ik hier met enige schroom toch ook, want met hem was in de loop der jaren eveneens een goede band ontstaan.
 
Op die moeilijke periode word ik weer geattendeerd doordat telkens mijn hospita in mijn gedachten opduikt. Als ik me afvraag ‘waarom toch?’ weet ik: ‘oh ja, in deze tijd van het jaar was het dat haar overlijdensbericht plotseling op de deurmat lag’. Altijd nog denk ik met dankbaarheid aan haar. Ze was op mijn zeventiende een lieve hospita, en later een even lieve vriendin. Ik heb het niet te bewijzen maar warme gevoel dat zij vanuit de oorden waar ze sedert haar overlijden is, mij met mijn huidige geliefde in contact heeft gebracht. Als ik zijn mond zie namelijk, zie ik ook de hare. Hun monden lijken sprekend op elkaar. De vorm en de grootte vertellen me dat je kunt genieten van het leven, en daarin zelfs gulzig mag zijn. Een heerlijke boodschap, want dat heb ik wel eens anders gehoord.
 
Ook mijn uitgever heeft nog een keer van zich laten horen. Zijn vrouw, die ik nooit had ontmoet, belde me spontaan op om te vertellen dat ze mijn boek mooi had gevonden, en om te vragen hoe het daarmee stond. Het was - ik denk voor ons allebei - een fijn gesprek waarin ik ook zijn stimulerende en zorgzame aanwezigheid door voelde klinken.
 
Zoals mijn hospita en uitgever in mijn gedachten opdoemden, zo liep ik onlangs de vriendin van weleer, die ons contact zo plotseling geheel had verbroken, tegen het lijf. Ik wist al langer dat ik haar nog iets moest zeggen, en ik vertrouwde erop dat het er van zou komen, al wist ik niet wanneer. Nu bleek het zover te zijn. We liepen voor het eerst sinds tijden even samen op, en ondertussen dacht ik: nú. Dus zei ik haar dat ik haar nog altijd iets had willen zeggen, namelijk dat ik me zo gekwetst heb gevoeld destijds, over hoe het allemaal gegaan was. En dat mijn benen slap werden van wat ik zei of misschien wel van dát ik het zei. Toen ik even later doorliep, ze moest verder, voelde ik in mijn buik dat er nog iets zat dat eruit moest, dat door haar gehoord moest worden. Ik had het nu wel heel erg bij mezelf gehouden, zoals dat heet. En raar maar waar, ik kreeg direct nog een kans, want we kwamen elkaar na een kwartiertje opnieuw tegen. Ik zei dat ik haar ook nog had willen zeggen dat ik het niet terecht had gevonden dat ze het contact destijds zo abrupt, namelijk per mail, had verbroken, dat ik dat niet had verdiend. Toen ik dat uitgesproken had, kon ik wel weer zeggen dat ik inmiddels ook soms met warmte aan onze periode samen terug kon denken. Er ontstond iets van een gesprek met daarin zelfs een kleine ruimte naar mogelijk ooit weer contact, maar dat weet ik niet zeker. Na afloop zei ik tegen mezelf ‘Goed gedaan, meid’, want het in de steek gelaten meisje in mij was hevig in beroering. Al mijn verdriet en boosheid waren weer wakker geschud (waar toch hadden ze al die tijd liggen dommelen?) over die eerst zo fijne vriendschap, waarin ik bij nader inzien tegen het eind niet helemaal goed voor mezelf en daardoor, het spijt me nog steeds lieve vriendin van toen, ook niet voor haar heb gezorgd. Ik heb ervan geleerd dat je uit angst om iemand te verliezen, uit eigen behoefte dus, ook te veel voor iemand klaar kunt staan, en dat dan het verlies misschien wel des te onherroepelijker volgt.
 
En mijn toenmalige verloofde? Hem heb ik destijds direct duidelijk gemaakt dat je dat niet doet, het uitmaken per telefoon en dan lekker op vakantie gaan. Ik heb hem opgetrommeld, we hebben oog in oog met elkaar gestaan, en gezegd en gedaan wat nog moest. Sindsdien hebben we een ontspannen contact.