Welkom Mail Route Links

Columns

Oktober 2008: Wonderen
September 2008: Verkeren
Juli-augustus 2008: Autoriteit
Juni 2008: Geduld
Mei 2008: Einstein
April 2008: Eén minuut
Maart 2008: Liefde
Februari 2008: Opruiming
Januari 2008: Lijntjes
December 2007: Na dato
November 2007: Gezichten
Oktober 2007: Het weerzien
September 2007: Voor wie?
Augustus 2007: In memoriam J.
Juli 2007: Trots
Juni 2007: Beslissen
Mei 2007: Jongen
April 2007: God en Brood
Maart 2007: Kleur
Februari 2007: Dirigenten
Januari 2007: Vrouw over auto
December 2006: Kiezen
November 2006: Stof
Oktober 2006: Zoeken
September 2006: Vroeger en internet
Augustus 2006: Campinglessen
Juli 2006: Levensbestemming
Juni 2006: Loslaten
Mei 2006: Eerlijk
April 2006: Leuk op straat
Maart 2006: Blikken
Februari 2006: Nieuwsgierig
Januari 2006: Spijt
December 2005: Liefs
November 2005: Ach en wee
Oktober 2005: Euforie
September 2005: De vraag waarom
Augustus 2005: Afscheid
Juli 2005: Verlichting
Juni 2005: Alleen
Mei 2005: Blussen
April 2005: Kwetsbaar
Maart 2005: Naar buiten




De vraag waarom (september 2005)

Onlangs hoorde ik iemand zeggen dat ze had geleerd de waaromvraag niet zo vaak meer te stellen. Het had haar enorm geholpen in haar leven, haar rust gegeven, want ze vroeg zich voorheen bij allerlei gebeurtenissen in haar leven af: waarom? Waarom is mij dit overkomen of waarom heb ik dat toen gedaan of juist gelaten, waarom, waarom, waarom? Haar opmerking heeft mij aan het denken gezet. Jazeker, de waaromvraag dook meteen op: waarom kun je maar beter niet naar het waarom vragen? En klopt het eigenlijk om dat niet te doen? Op welke momenten zou het juist zinnig kunnen zijn?
 
Want ik herken wat zij schetst. Ook ik heb sterk de neiging om de haverklap naar het waarom te vragen. Kennelijk levert het me iets op, anders zou ik het niet doen (waarom doe ik het…) maar tegelijkertijd kan ik er doodmoe van worden. Want het ene waarom mondt uit in het andere, waardoor mijn denken al snel ontaardt in piekeren. Als er iets naars is gebeurd, vraag ik me af: waarom is dit gebeurd, moet ik er soms iets van leren, en wat dan, welke hogere bedoeling schuilt hierachter? Als ik niet uitkijk, maar dat doe ik gelukkig tegenwoordig wel, vergeet ik helemaal te voelen wat deze nare ervaring met me doet. Tegelijkertijd kan ik me niet voorstellen dat ik nooit meer naar het waarom der gebeurtenissen zou vragen. Dat past toch bij ons mensen?
 
Neem kinderen. Zij stellen in een bepaalde fase van hun leven soms tientallen malen per dag die vraag. Dat is niet voor niks. Idem de filosofie. Die is welhaast gebaseerd op de queeste naar het waarom. En het moet gezegd: deze denktrant levert me vaak ook een hele boel informatie op. Een huis-, tuin- en keukenvoorbeeld: als ik eens een uur of wat chagrijnig ben en uitval tegen een van mijn kinderen, dan helpt het me om me af te vragen waarom ik dat nu gedaan heb en gisteren bijvoorbeeld niet. Dan kom ik erachter dat ik vannacht slecht geslapen heb, toch de hele dag druk doende ben geweest, en daarom minder kan verdragen dan als ik mezelf enige rust had gegund. Bij een volgende slechte nacht zal ik daar dan overdag hopelijk meer rekening mee houden. Ik leer dus van dit waarom.
 
En zo zijn er talloze waaroms die zinnige antwoorden opleveren. Maar er zijn er ook die in eerste instantie mogelijk minder relevant zijn, bij ziekte of sterfte bijvoorbeeld. Ik herinner me nog maar al te goed de periodes in mijn leven dat ik altijd pijn had, vanwege bekkeninstabiliteit en later RSI. Ik bestookte mezelf voltijds met de vraag waarom ik ziek was, wat ik verkeerd had gedaan en nog deed. Ik ben er achteraf van overtuigd dat ik daardoor zoveel spanning in mijzelf veroorzaakte, dat ik langer ziek ben gebleven (hierachter schuilt weer de vraag: waarom heb ik toen toch zo lang pijn gehad). Soms is het beter om gewoon maar pijn te voelen en jezelf af te vragen hoe je alle steun van de wereld naar je toe kan trekken, dan om direct de reden van iets te achterhalen.
 
Achteraf kun je altijd nog op zoek naar de zin van een bepaalde gebeurtenis, en vaak zie je die dan veel sneller. Wie weet is dat wel het ei van Columbus met betrekking tot de waaromvraag. Weet wanneer je die wel en wanneer je die beter (nog) niet kunt stellen, vooral bij ingrijpende gebeurtenissen. Want hij kan ervoor zorgen dat je niet aan je gevoelens toe komt. Dat je alleen maar gaat piekeren, er eigenlijk geen bal mee opschiet. In dat geval probeer ik zelf altijd te kijken hoe ik op een andere manier met een gebeurtenis om kan gaan, welke andere vragen ik aan mezelf kan stellen, bijvoorbeeld: waar heb ik nu het meest behoefte aan, wat kan ik mezelf (laten) geven. Of heel simpel: wat voel ik nu en hoe kan ik daar expressie aan geven?
 
Ik ben iemand die van oorsprong enorm graag alles wil begrijpen. Waarom? Dat is waarschijnlijk ontstaan om enige grip op de werkelijkheid, mijzelf incluis, te krijgen, in plaats van er maar gewoon te zijn. Daarom komt, voordat ik hem bij zijn kladden kan grijpen, de vraag naar het waarom bij mij toch altijd omhoog. Tegenwoordig calculeer ik direct de mogelijkheid in dat ik er voorlopig geen antwoord op krijg. Daardoor kan ik de vraag indien nodig net zo makkelijk weer laten varen. En dat geeft rust. Maar iets proberen te begrijpen, kan een mens natuurlijk ook enorm boeien. Door de vraag 'waarom zou je niet naar het waarom vragen' heb ik bijvoorbeeld met heel veel genoegen deze column kunnen schrijven.